Vijver

Langs de beek

 

Langs de beek
Wacht de grote keizerlibel
De zwarte poten
Sterk geklemd rond een steel

De zijden kleuren langzaam blauw
Terwijl hij op ons wacht

Voor ons een wonder van schoonheid
Met glazen vleugels

Voor zijn prooi

een geduchte jager
Met zware kaken
En glanzend groene ogen
Die alles zien